Week 34: Emoties verwerken

Gepubliceerd op 28 augustus 2022 om 10:42

Het verwerken van emoties en eigenlijk het omgaan met emoties en gevoelens, heb ik van huis uit niet meegekregen. Er was geen ruimte en geen tijd voor. En daarbovenop waren mijn ouders geen goede voorbeelden in de kunst van het omgaan met en verwerken van emoties. Gevoelens en emoties waren lastig. Was ik blij vrolijk, hyper en enthousiast, dan moest ik daar mee stoppen, want ik maakte teveel leven. Was ik boos en liet ik dat zien, dan moest ik naar mijn kamer om af te koelen. Was ik verdrietig en moest ik huilen, maar duurde mijn verdriet wat te lang naar de zin van moeder, dan kreeg ik steevast te horen: “Gooi er maar een centje in. Toe maar, draai maar, nog een ronde. Is het nu nog niet gedaan?” Van zoveel onbegrip huilde ik spontaan nog harder en werd ik uiteindelijk ook naar mijn kamer gestuurd.

Mijn ouders konden niet overweg met emoties en gevoelens. Emoties en gevoelens waren lastig en een sta in de weg. Ze lieten geen emotie zien, geen gevoelens. Ja ze lachten wel eens, maar dat was niet echt gemeend lachen. Dat voelde ik wel aan. Ik kon me ook mateloos verbazen over hoe gemaakt vrolijk mijn ouders konden toen tegen klanten. Ik zag en voelde aan alles dat het vriendelijk zijn, het lachen enzovoorts niet altijd voluit gemeend en echt was. Ik verbaasde mij er over dat de klanten dat niet doorhadden, of deden alsof ze het niet doorhadden. In de loop van mijn jeugd ontwikkelde en verfijnde ik de kunst van het lezen van mensen. Ik wist op een gegeven moment precies bij welke mensen ik weg moest blijven en bij welke mensen ik mij op mijn gemak voelde, bij wie ik mezelf kon zijn, zonder meer.

Aan mijn ouders heb ik wat betreft het leren uiten en omgaan met gevoelens en emoties geen goed voorbeeld gehad. Privé, buiten de openingstijden van de winkel, werden emoties precies ook uit de weg gegaan. Het plastieken ‘er is niets aan de hand’ lachje van moeder gebruikte ze niet alleen bij klanten. Later leerde ik inzien, dat het gedrag van moeder eigenlijk een soort van overlevingsstrategie was. Moeder ging emoties uit de weg. Ze ging ook discussies en meningsverschillen uit de weg. Twee wegen die mogelijk konden leiden naar het uiten van emoties. Doen alsof er niks aan de hand is, moeilijke onderwerpen uit de weg gaan, geen rimpelingen veroorzaken, geen leven maken.

Ik ben iemand bij wie de emoties en gevoelens heel kort aan de oppervlakte liggen, maar daar was aan het eind van mijn puberteit niets meer van te merken. Ervaring en voorbeelden van ouders leerden mij om mijn emoties en gevoelens niet meer te laten zien. Ik ging dicht als een oester. Dat ging even goed, maar niet lang. Als fijngevoelig kind kwamen de indrukken van de wereld bij mij intenser binnen dan bij een ander kind. Die indrukken moeten wel verwerkt en geuit worden. In de kindertijd ging dat nog goed. Als kind had ik genoeg tijd en gelegenheid en ruimte om mijn opgedane indrukken te verwerken. Pas toen ik richting puberteit koerste werd dat een probleem. Rond die tijd kreeg ik mijn eerste bewust ervaren teleurstellingen te verwerken. Ik had voor mijn gevoel een te lage cito toets score. Ik snapte er niks van. Dat viel me heel tegen van mezelf. De lagere school klas veilige omgeving werd verruild voor het onbekende terrein van de middelbare school. Ik voelde mij daar minder op mijn gemak. En bovenop dat alles ging opa nog dood ook. Ik mocht mij niet op een gangbare manier voor een kind uiten (geen leven maken), maar het moest er toch op de een of andere manier uitkomen. Als je maar lang genoeg volhardt met het niet uiten langs de gangbare weg, zal het er uitkomen op een andere manier. Die andere manier is dan lichamelijk ongemak of ziekte. Dat gebeurde. Ik kon de hoeveelheid volt die door mijn systeem liep, met al die teleurstellingen en tegenslagen, niet verwerken. Ik ‘schudde het van mij af’.

Mijn ouders zijn niet de types, zoals ik ben, om de boel grondig te (laten) onderzoeken. Bij de eerste de beste diagnose werd niet verder gezocht. Medicijnen waren de oplossing. Met medicijnen konden mijn emoties en gevoelens afgestompt worden. Komt goed en fijn uit, want de puberteit staat voor de deur. Dat scheelde mijn ouders een hoop ongemak in de winkel. Puberende kinderen zijn vaak lastig en vragen zoveel aandacht en energie en schoppen, gewoon omdat ze puber zijn, tegen alles aan. Dat geeft meningsverschillen en discussies. Dat is nu precies wat moeder niet kan handelen en wat je niet kunt gebruiken als je een winkel moet runnen en de pubers zoveel aandacht vragen dat dat niet goed lukt. Met emoties en gevoelens afvlakkende medicijnen erin, heb je daar als winkelier en ouder geen last van. Wat het effect was voor het kind op de langere termijn, dat was niet belangrijk. Daar werd niet bij stilgestaan. Wat is nu goed voor de winkel. Dat was het uitgangspunt.

Hadden mijn ouders wel de tijd genomen om grondig te onderzoeken wat er aan de hand was en waarom, dan waren ze er achter gekomen, dat de initiële diagnose wel heel kort door de bocht was. Het leek er op maar het was het niet. Daar ben ik meer dan 30 jaar nadien zelf achtergekomen. Maar dat even niet geheel terzijde.
Dankzij de medicatie verloor ik contact met mijn emoties en gevoelens. Waren deze eerst het kompas waarop ik koerste, nu werd dat mijn ratio, de rede en logica. Als ik gevoelens en emoties liet zien, was dat over het algemeen buiten proportie. Over iets kleins kon ik manisch vrolijk, intens bedroefd of stormachtig woedend worden. Met als gevolg dat mijn medicatie werd bijgesteld.
Toen ik een heel tijdje op zelf woonde en los was gekomen van ouders en hun invloedssfeer, ben ik gestopt met die medicijnen en nog later ben ik gaan uitzoeken wat ik nu werkelijk had. Ik ben dieper te materie in gaan duiken en kwam eigenhandig tot een andere conclusie dan de artsen die de eerste diagnose stelden.

Maar goed, dit stuk gaat over emoties verwerken. Ik moest mijn emoties en gevoelens opnieuw leren kennen, want ik kon het een niet altijd even goed van het ander onderscheiden. Er zat veel overlevingsgedrag op mijn emoties. Zo kan ik goed enorm de lolbroek uithangen en vrolijk zijn. Nu weet ik dat dat eigenlijk wil zeggen dat er groot verdriet wacht om geuit te worden. De vrolijkheid is een soort van afleidingsmanoeuvre, overlevingsstrategie, trauma gedrag. Ik reageer verdriet, boosheid enzovoort eerst enorm af op mijn omgeving, tot er geen weg meer terug is en ik wel in de spiegel en naar mijn eigen gevoelens en emoties moet kijken. Onder die emoties zit een grote behoefte en verlangen om gezien en erkend te worden voor wie ik ben. Als dat niet gebeurt, word ik boos, verdrietig, gefrustreerd of bitter. Als het wel gebeurt, geloof ik het eerst niet of verwacht ik dat de erkenning niet zonder meer is maar met een onderliggende agenda.

Ik ben geregeld heel heel boos geworden, in meerdere situaties en contexten, privé en werk gerelateerd. Dat was niet altijd even chique. Ik heb ooit baan gehad, die ik eigenhandig had in gericht en vorm had gegeven en die ik alleen en in mijn eentje bemande. Er was tegen mij gezegd: AldezAldez, je mag deze functie naar eigen inzicht optuigen en inkleden, zoals jij dat wil. Dat had ik me geen twee keer laten zeggen. Het vormde geen probleem, behalve tijdens verlof. Ik had een minutieuze handleiding gemaakt, zodat de vervanger alleen maar op mijn stoel hoefde te gaan zitten en mijn handleiding volgen. Dan bleef het draaien als was ik er wel. Ik had er niet op gerekend dat iemand die tijdelijk op mijn stoel zat, de hele boel voor die drie weken op zijn manier zou doen. Dat was niet de bedoeling geweest van mijn handleiding. Nu moest ik na mijn verlof alles terug gaan zetten op mijn manier. Daar was ik enorm boos over en heb ik laten weten ook. In plaats van dat de vervanger op zijn sodemieter kreeg dat hij de handleiding niet had gevolgd, kreeg ik de volle laag omdat ik boos was geweest. Dat vond ik toen zo geweldig oneerlijk. Ik zou zelf namelijk blij zijn met de handleiding, want dan kon ik ervoor zorgen dat ik als vervanger de boel draaiende kon houden zoals de ander het het heel jaar door doet. Het is alweer een heel tijd geleden. IK geloof niet dat ik er nog zo strak in zou staan als toen. Ik zou het niet meer zo belangrijk vinden. Al blijf ik wel van mening dat als je iemand vervangt dan niet aan zijn systeem gaat zitten rommelen. Ik werd overigens op een bepaalde manier wel in mijn gelijk gesteld, toen collega’s mij een aantal weken na mijn verlof zeiden dat het nu weer op rolletjes liep in vergelijk met toen ik met vakantie was.

Ze gaven mij eigenlijk indirect een compliment. Ik heb in de loop van mijn leven gemerkt dat ik niet goed met complimenten overweg kan. Ik kan het nog niet zonder meer ontvangen. Het eerste wat in mij opkomt als iemand mij een compliment maakt, is, wat schuilt er achter deze opmerking. Ik word gelijk bijzonder achterdochtig. Het is mij tot voor kort niet gelukt om een compliment zonder meer in ontvangst te nemen. Zonder te denken, wat wil hij of zij van mij, waar is de catch?

Even niet geheel terzijde: Hoe dat komt? Ik ben opgegroeid in  een omgeving, waarin complimenten niet werden gegeven. Je kreeg kritiek of er werd niks gezegd. Stilte, als in geen commentaar of opmerkingen. betekende dan 'het was niet slecht'. Een compliment werd niet gegeven.

De emoties en gevoelens die ik had na het overlijden van Wuf, daar ben ik wel trots op hoe ik dat heb gedaan. De eerste twee dagen had ik verplichtingen, vergelijkbaar met de winkelverplichtingen van mijn ouders. Ik vertelde het wel hier en daar. Emoties en gevoelens liet ik nog niet zo toe. De eerste ochtend na de verplichtingen, stond ik af te wassen. De verplichtingen waren voorbij, ik had nu alle tijd om te voelen en te uiten. En dat deed ik. Ik heb nog nooit zo vrijuit verdriet gehad. Er zat geen rem op. Ik weet nog dat ik zoveel tranen had, dat ik niks meer kon zien. Het grappige was, dat ik een keer heel hard en veel heb gehuild en dat het er toen ook precies allemaal uit was.
Dat was de eerste keer dat ik mijn emoties uiteindelijk vrijuit liet gaan. Ik had geleerd en deed dat nog altijd, om te vluchten in een andere bezigheid: Een boek lezen, computerspelletjes doen, geforceerd veel praten over alles en niks tegelijk. Deze keer niet. Daar was ik op dat moment al heel erg trots op. Het voelde ook zoveel beter en vrijer dan het oppotten en verstoppen van mijn emoties.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.