Wanneer ik een nieuwe plek bezoek, een plek waar ik nog niet eerder ben geweest, dan of a) ik let niet op wat ik zie maar hou mezelf alleen maar bezig met hoe de plek energetisch voor mij voelt. Wanneer ik dan een tweede keer er naar toe ga, dan is het vaak net alsof ik er nog niet eerder ben geweest. IK heb niet gelet op hoe het eruit ziet, alleen maar op welke indruk het op mij maakt energetisch, gevoelsmatig.
Het kan ook zo zijn b) dat ik er wel op let hoe de plek er uit ziet. Dan ben ik onderwijl ik daar ben een map, een plattegrond aan het aanleggen met herkenbare en opmerkelijke punten, zodat ik mijn weg volgende keer zelf weet te vinden. Eigenlijk is het een manier van mij om me veilig te voelen. Me veilig weten, geborgen en zeker, is heel belangrijk voor mij. Maar dat is bezijden het onderwerp.
Ik let dan niet op de energetische frequentie van die plaats. Dat kan een volgende keer dat ik daar ben, dan wel eens leiden tot een tegenvaller.
Zo kan ik dus best een keer ergens binnen geweest zijn en daar nooit meer naar binnen willen vanwege de lage energetische frequentie van die plaats, terwijl ik er prima mijn weg kan vinden, vanwege mijn plattegrond. Het kan ook gebeuren, dat een plaats geweldig aanvoelt en als ik daar een volgende keer naar toe ga, het heel waarschijnlijk is, dat ik de plek helemaal niet herken. Vooral maar niet alleen plaatsen in de natuur.
Toen ik in 2011 in het ziekenhuis lag en weer naar huis mocht, had ik er een week gelegen. Toen ik de gang op liep en een goed keek waar ik die week nu geweest was, herkende ik de hele plaats niet. Mijn plattegrond klopte van geen kant. Ik was daar zo, mede vanwege de medicijnen, oké, energetisch aanwezig geweest in plaats van fysiek, dat ik een heel ander idee had van hoe de afdeling er uit zag. Het meest idioot was, dat ik ervan overtuigd was, dat ik ergens achterin, in een kamer had gelegen, terwijl ik juist bijna helemaal voorin de gang een kamer had. Dat vergeet ik niet meer. Net als dat ik niet meer vergeet hoe Johannes de hematietschedel energetisch aanwezig was in de kamer schuin tegenover mij. En wat bleek achteraf, dat die kamer helemaal niet ‘bewoond was’. Een beetje een zelfde scenario als de foto van opa op zijn graf, die alleen ik zag, maar er nooit werkelijk had gestaan.
Waren er plaatsen waar ik als kind graag was en naartoe ging? Fysieke plaatsen kan ik niet een twee drie noemen. Ik ben niet zo’n kind geweest, wat zich hechtte aan een plaats en daar graag was. Ik heb mij niet echt veilig geweten in de wereld. Ik ging naar school, wel eens spelen bij vriendjes en buren, naar de camping. Dat was het eigenlijk wel. Ik was het meest op mijn gemak in mijn eigen binnenwereld. In mijn binnenwereld stond het bol van informatie, weetjes en gegevens. Nice to know was zeker zo belangrijk als need to know. Historische uitslagen en standen van voetbalcompetities, gegevens over auto’s. Ik vond het prachtig. Ik las ze in stilte of hardop, wanneer ik zeker wist dat er niemand luistervinkte, alsof ik Koos Postema zelf was die de uitslagen en standen van de dag te voren en de dag zelf voordroeg tegen de klok van 6 uur tijdens Langs de Lijn op zondagmiddag. Ik hoorde zijn stem dan ook echt in mijn hoofd. Toen ik die boeken met historische gegevens uit had, begon ik de gegevens zelf te genereren. Ik hield hele multomappen bij met fictieve uitslagen van de voetbal inclusief de standen per competitieronde. Eerst verzon ik ze, later speelde ik de wedstrijden ‘live’ met twee playmobiel poppetjes, een knikker en een goal die ik uit het tafelvoetbalspel had gehaald. Toen we een vingervoetbalspel kregen van Sinterklaas, was het helemaal geweldig. Toen kon ik alle 22 spelers zelf bedienen. Het bleef niet bij voetbal, ook volleybal en tennis competities zette ik op, waarbij ik de uitslagen maakte met een dobbelsteen, of met het omhooggooien van een dubbeltje. Kop was tennisser 1, munt was tennisser 2. Ik fingeerde er ook nog een ranglijst bij.
Ik breidde nog verder uit, met het opzetten van competities waarvan de uitslagen werden bepaald door de hoeveelheid langsrijdende auto’s. Wij woonden aan een drukke straat. Ik wisselde af tussen merken van de auto’s, en kleuren. Ik zou nu nog bijna uit mijn hoofd weten wie er goed waren en wie minder. Maar dat is bezijden het punt. Ik was bezig over plaatsen. De beste en veiligste plaats, daar waar ik helemaal mezelf kon zijn, was dus in mijn eigen binnenwereld.
De boel veranderde toen ik verkering kreeg en ik graag naar mijn vriendin thuis ging. Daar werd ik gezien voor wie ik was en voelde ik mij veilig en geborgen. De ouders van mijn vriendinnen hebben een heel ander beeld van wie ik ben, dan mijn eigen ouders. Zij, mijn ouders, geloofden de verhalen van ‘schoonouders’ eigenlijk per definitie niet. Dat kon niet, want thuis is hij zo niet.
Ik kan niet per se zeggen, dat ik wel eens overwhelmed geweest ben, tot tranen toe, door een fysieke plaats. Niet op Stonehenge, niet Salisbury Cathedral. Ik kan me geen plaats bedenken, waar ik bij wijze van spreken, bij het verlaten ervan pijn aan het hart kreeg. Ik heb dat wel gehad daar waar ik die middag of dat weekend werd gezien en erkend en me veilig voelde. Maar dat is niet plaatsgebonden, dat is situatie of evenementgebonden. Een workshop, of een beurs. Dan was ik verdrietig, dat het voorbij was.
Ik heb mezelf waarschijnlijk de kans en gelegenheid niet gegeven om de daarnet genoemde plaatsen op mij te laten inwerken. Niet dat ik overwhelmed was, maar wel dat ik er gewoon graag was, heb ik wel gehad op mijn werk. Toen ik kassier was bij een bank en het grootste gedeelte van de tijd bij de politie. Daar werd ik opnieuw gezien en erkend en voelde ik mij veilig. Ik was ook nog eens goed in mijn werk en was liever op het werk dan thuis met verlof.
Later ontdekte ik, dat ik graag in de natuur verbleef. Vroeger moest ik van de natuur niets weten, of van dieren, Tegenwoordig is het andersom. Ik ben graag met dieren en in de natuur om te wandelen in natuurlijke omgevingen waar het lekker ruikt. Niet te intens en penetrant. Dan raak ik van slag en het noorden kwijt. Zoals bijvoorbeeld wanneer ik voorbij een parfumerie of zo iets wandel, of iemand die langs mij loopt en zich gedoopt heeft in een bad met parfum. Dan kan ik beter even stoppen en de vrouw of man ruim baan geven. Wandelparken met veel hondjes hebben mijn voorkeur. Hondjes zijn over het algemeen niet geparfumeerd. Dus dat scheelt.
Plaatsen die ik nog wel eens zou willen bezoeken. Niet dat ik die behoefte zo hevig voel, maar als ik dan toch zou mogen kiezen, dan staan Mexico, India, China en Japan hoog op het lijstje. Niet alleen vanwege de spirituele, voor gebrek aan een beter woord, bezichtigingen. Ook het lekkere eten trekt me aan.
De perfecte setting voor een boek of een film. Van alle romans die ik heb gelezen, zou ik ‘de geheimen van Pittsburgh’ graag in filmversie gezien hebben. Of eender welke roman van Murakami, buiten Norwegian wood. Dat is niet waar het om gaat, in deze. Een filmset in mijn hersenen om te kunnen filmen wie en wat er allemaal meespeelt in het veroorzaken, organiseren en uitvoeren of tegenhouden van conversion disorder. De interactie tussen gedachten, emoties en fysieke uitingen die deze kunnen veroorzaken. Dat lijkt me een interessante filmset.
Reactie plaatsen
Reacties