MUREN
Komen op me af
Zijn voorzien van: Affiches
Neonlichten
Tekstzuilen
Door anderen aangebracht
Wat ik wil:
Mijn eigen affiches
Sfeerlampen
zeggen wat ik diep van binnen voel
of gewoon zwijgen
Maar nog liever wil ik:
uit deze ruimte
verdwijnen
Andere muren
Tegemoet
KWETSBAAR
Ik heb me toch goesting om te dansen,
Te dansen in de regen
Om druppels op mijn wangen te kunnen voelen
Zodat geen mens kan zien dat ik huil
Dat ik in een dip zit, down ben
of gewoon wil kunnen toegeven dat ik me kwetsbaar voel
Want dat mag niet
Zegt de leer,
Staat in het evangelie
Toe maar, draai maar,
Gooi er weer een muntje in,
Nog eens heel het verhaal opnieuw
Wij doen dat toch ook niet?
Waarom jij dan wel?
BUSSEND DOOR HET ZEEUWS-VLAAMSE
Bussend door het Zeeuws-Vlaamse
Groen, DOW, groen, Doel
Monster ik de medepassagiers
Met de gedachte: wie van ons zal het eerste gaan?
U daar, Omaatje van 80
U, die zich krampachtig
Vastklampt
Tijdens het rijdend staan? (Wat een knoest van mens, die u zijn plaats niet wil geven)
Uw leeftijd is prachtig
Maar u heeft nog een aantal reumatieke jaren
Voor uw inmiddels danig uitgezakte boeg
U misschien mijnheer, met de rode varkenskop
Ruikend naar alcool?
U rookt en zuipt u ongans, maar
Geraakt er iedere keer weer boven op
Die gast met de honkbalpet?
hij valt later van drie hoog
Uit het raam van zijn zojuist betrokken flat
Wonder boven wonder redt hij het net
Of die mistroostige student,
Die bij zijn weten, nooit ouderliefde heeft gekend
Ooit grijpt hij uit wanhoop naar zijn pillen
Maar dan is het zijn tijd niet, al zou hij willen
Dat meisje dan, tegenover me, dat lacht,
Binnen 3 maanden zal haar met geweld iets worden aangedaan
Maar haar levensmoed blijkt sterker
Dan ze zelf had gedacht
(Ikzelf? Ik moet nog schrijven
Zal nog wel even moeten blijven)
Toch niet dat kleutertje met een oorring
Dat speelt met zijn flippo verzameling?
gaat hij morgen misschien argeloos naar school
Om geraakt te worden door de kogel uit een pistool?
De werkelijkheid letterlijk gezien
Spiegelbeeldig tikt de klok
De tijd terug ‘
Maar ik word er
Niet jonger van
In het cafe
Onvolmaakte schoonheid alom
Ik liet er op 1 een oog vallen
Zij een van die van haar op mij,
Wij vonden het een mooie ruil
We voelden ons allebei
precies David Bowie
Er was er hier een, die keek zijn ogen uit,
Het was een geluk dat hij zijn bril op had,
Anders was hij ze nog kwijt geweest ook
Gezien in de spiegel van een warenhuis:
Mijn oneindige ik, kleiner en kleiner wordend
HET LEVEN bezien in 7 inhalaties
1
Leven is roken
Roken is leven
Liever kort
Met l-a-n-g-e
Halen
Dan lang maar
Zonder inhaleren
1a
(Liever kort maar gedreven
Dan lang maar onbeschreven
Saai)
2
20 – 25 ja soms zelfs 30
Voorgeproduceerde lopen des levens
Welke?
Om het even
Maar stiekempjes hopen
Dat, als het even meezit,
De vuiligheid in de filter achterblijft
2a
(Of niet, dat is ook een mogelijkheid)
3
(of)
Het roken zoals je het zelf
Graag zou willen zien
Dat is een goede oefening bovendien
Je redt het wel
Met een zak tabak
En vloeipapier
Tabak voor het karakter
Het vloeitje voor het vel
En als een van de twee handen
Enigszins verkeerd staat
Zoek je hulp bij een rolsigaret apparaat
4
Rook het half op
Of
Tot aan de lippen
Zodat je de as er nauwelijks nog
Vanaf kunt tippen
Gebruik dan je doorrookt verstand
Hou een asbak bij de hand
(Gedenk de mens bij wie zijn handen waren afgezet,
En die me toch trek had in een sigaret)
5
Geef (het leven)
De vurigheid die het verdient
Adem in
En zie
Het in rook opgaan
6.
Some smoke to remember
Some smoke to forget
As is de herinnering
7
In zijn mond
In iedere hoek
Een gele tand
Twee bruin gevlekte vingers
Aan de rechterhand
Een volgend stukje leven al
In de andere hand
Op zijn onderlip nog een vorige
Half opgebrand
Aan het uiteinde een askegel met een roodgloeiende rand
Het verleden in hoopjes rond hem in het zand
Reactie plaatsen
Reacties