Week 48: Wat sta ik mezelf toe en wat niet (meer)

Gepubliceerd op 4 december 2022 om 20:06

Ik ben nooit goed geweest in het navolgen van mijn eigen wensen en dromen. Hup, ik val maar gelijk met de deur in huis. Iets mezelf gunnen, wensen navolgen, dromen achternajagen. Dat was eigenlijk ‘not done’ in het gezin van afkomst. 'Dat gaat toch niet (lukken)' en 'dan word je toch maar teleurgesteld' waren van die standaard uitspraken. Vanuit hun visie op het leven en hun visie van mij en wat er toch van mij terecht moest komen, is dat best te snappen. Begrijpen doe ik het echter niet.

Ik had van kinds af aan al van allerlei wensen en dromen. Bijvoorbeeld journalist worden. Dat wilde ik graag. Ik had de studie kunnen gaan doen in Tilburg, maar dat vonden mijn ouders geen goed idee en vooruitzicht. Ik alleen op kamers, in een studentenhuis. Dat kan nooit goed komen. Nee, ga maar lekker met Roos samen in een vakantieflatje wonen en kies maar een opleiding uit aan dezelfde instelling. Dat heb ik dan maar gedaan, dat werd leraar basisonderwijs. Ik was nog niet assertief genoeg en had de skills niet om voor mezelf te gaan staan. Maar ja, in het gezin van afkomst was het mij niet geleerd om voor mezelf op te komen of mijn mening te uiten op een volwassen manier. Discussiëren of meningen uitwisselen, was ‘not done’. Daar kon alleen maar onenigheid uit voortkomen en dat mocht niet. Wat ze niet hebben gesnapt, is dat je door meningen langs elkaar te leggen, je als mens wijzer wordt. Maar als mens wijzer worden, bungelde ergens onderaan de lijst van prioriteiten. Maar goed, dat niet geheel terzijde. Journalist ben ik niet geworden. Onderwijzer op een lagere school ook niet. De keuze voor de opleiding was geen keuze geweest met hart en ziel, maar op basis van gemak en opgedrongen logische redenering.

Op basis van mijn liefde voor schrijven en mijn interesse in allerlei onderwerpen, was die Journalistiek opleiding wel de juiste geweest. Voet bij stuk houden kon ik toen nog niet, of hoogstens op een ongezonde manier, dus mijn droom werd niet nagejaagd.

Toen ik aan persoonlijke ontwikkeling ging doen en mezelf zo opnieuw en beter leerde kennen, kwam ik in gesprek met een healer/sjamaan. Hij vroeg mij of ik wist hoe sterk ik wel was. Dat wist ik niet en ik snapte het niet goed. Toen legde hij het mij uit. Ik heb van kleins af aan niet alleen mezelf door het leven gedragen, maar ook mijn moeder. Ik heb er zonder het zelf bewust te beseffen voor gezorgd dat moeder haar mentale, psychische evenwicht niet verloor. Wat ik daarvoor offerde was mijn eigen dromen najagen, voor mezelf gaan staan. Omdat mijn levensfilosofie, mijn kijk op de wereld en het leven, mijn manier van denken haaks staat op die van moeder, heb ik die niet nagejaagd. In het gezin van afkomst was het de bedoeling dat de neuzen dezelfde kant op wezen. Een andere opvatting dan die van mijn ouders, daar kon moeder niet goed mee overweg. Niet met die van mij, maar ook niet met andere opvattingen van familieleden, die er wel rond voor uit kwamen dat ze anders dachten. Moeder lachte die opvattingen dan weg, ‘daar meen je toch niks van’, of ze begon gauw over iets anders. Als ik of iemand anders er dan op terug kwam, zei moeder ‘och je kent hem toch wel, die weet niet beter’. Hoe verder in de tijd hoe meer ze die mensen begon te ontwijken, of toch in ieder geval geen ‘moeilijke’ onderwerpen meer aansneed.

Omwille van het mentale/psychische evenwicht van moeder heb ik mijn eigen dromen niet nagejaagd. Een boek schrijven. Dat ga ik doen, dat zeg ik al vanaf mijn 18e. Ik krijg het maar niet geschreven. Inmiddels ben ik erachter waarom dat zo is. Het onderwerp van mijn verhaal ligt in het verlengde van de stukken in deze Year of Writing. Moeder kan mijn waarheid niet handelen. Dat kon ze al niet toen ik een keer vertelde wat ik bij de traumatherapie had verwerkt. Laat staan wanneer ik, zoals ik hier gedaan heb, met alle remmen los vertel hoe ik mijn leven beleef. Inmiddels ben ik zo verder gevorderd in mijn persoonlijke ontwikkeling, dat het voor mijn welbevinden ongezond wordt, als ik me nog langer verstop.

Even nog terug naar de sjamaan/healer. Hij zei dat ik toen ik Amaya tegenkwam, ook haar ben gaan dragen, door haar moeilijke periode heen. En of ik dat wel besefte. “Ongelooflijk, dat je er zo fris en vrolijk en zonder rimpels bij zit, gezien wat je allemaal gedragen en verdragen hebt.” Hij nam er zijn hoed voor af en verwees ernaar toen hij zijn boek signeerde voor mij.

Ik heb dat dus allemaal niet beseft. Mijn dromen joeg ik dus niet na. Toen ik een aantal jaar geleden een eigen praktijk startte voor coaching, deed ik dus eigenlijk iets wat ‘tegen de regels’ was. Ik deed iets voor mezelf en trad ermee naar buiten. Ik deed iets voor mezelf, met iets waar moeder geen chocolade van kon maken. Ze begreep niet wat ik deed. Al wat ze kon zeggen over de consulten die ik op beursjes gaf was: “Je liegt toch niet tegen de mensen?”. Geen proficiat, niks. Alleen dat zinnetje.

Die eigen praktijk is uiteindelijk niks geworden. Mede omdat ik echt totaal niet kon omgaan met het idee dat ik iets in de wereld had gezet. Ik kon het niet onderhouden. Ik wist niet hoe. Ik durfde ook niet goed, geloof ik. Stel dat mijn praktijk wel groot was geworden, dan zou moeder niet weten waar ze kijken moest. Verzwijgen en doen alsof het niet bestaat, net als de afwijkende meningen van familieleden. Verzwijgen en doen alsof het niet bestaat, is een van haar overlevingsmechanismen.

Ik ben nu wel op zo’n punt in mijn leven aanbeland dat ik heel goed weet wat ik wil en wat ik niet meer wil. Ik laat mij niet meer in, of zo min mogelijk dan toch (als het echt niet anders kan), met alles wat mijn welzijn negatief beïnvloedt. Dat kunnen personen zijn, maar ook activiteiten of plaatsen. Tv, radio of krant zijn niet meer aan mij besteedt. Plaatsen die niet meer goed voelen, bezoek ik niet meer, of zo min mogelijk. Een winkel of een stad bijvoorbeeld. Mensen die een negatieve invloed op mijn welzijn hebben, bezoek ik niet meer, tenzij het echt niet anders kan. Ik bevind mij het liefst tussen mens en dier die mij graag ziet voor wie ik ben. Kortom alle activiteit en wezens die mijn energetische frequentie te veel doen dalen, blijf ik liever bij vandaan. Schade en schande heeft mij dat doen beseffen. Mijn gezondheid en geestelijk welbevinden is er stukken mee vooruit gegaan.

Ik ben bewust minder gaan werken om de balans privé/werk beter te kunnen bewaken. Vroeger haalde ik erkenning uit mijn werk en was ik daar liever dan dat ik thuis was. Inmiddels kan ik mezelf erkenning geven en ben ik dus niet afhankelijk van erkenning van anderen en neem ik graag de tijd om mezelf te ontwikkelen. Ik ben gestopt om mezelf te haasten. Ik reis liever een uur langer van en naar het werk, dan dat ik moet haasten voor de eerstvolgende trein. Een bus later kan ook. Dat geeft mij zoveel rust. Ik begin liever een half uur eerder met koken en doe het op mijn gemak, dan dat ik me haast en in mijn vingers snijd, omdat ik in het haasten mijn concentratie verlies.

Wat ik steeds minder kan verdragen is gebrek aan eerlijkheid en integriteit. Zeggen wat je bedoelt en daarvoor de juiste woorden gebruiken. En er niet zomaar een slag naar slaan en verwachten dat een ander het wel snapt. Niet het ene zeggen en het andere bedoelen. Of van die uitspraken als: “Ik geef jou niet de schuld, maar….”. Alles wat je voor ‘maar’ heb gezegd, meen je dus niet. Zeg dan gewoon gelijk wat je bedoelt. Een belangrijk keerpunt was dat ik me ben gaan bezighouden met een studie ‘Conscious Language’ en met een studie van gedrag in het narcistisch spectrum. Dat gedrag komt mij, vanuit allerlei hoeken en kanten helaas maar al te bekend voor.

Sinds een jaar of 13 ben ik mij intensief gaan bezighouden met persoonlijke groei en ontwikkeling. Ik heb assertiviteitstraining gedaan, persoonlijke kracht cursussen etc., die mij leerden mijn grenzen te bewaken en hoe ik dat kon doen. Ik leerde beter voor mezelf op te komen. Voor mezelf te gaan staan. Moeder was niet blij dat ik dat had geleerd. Ik wist hoe ik mijn grenzen moest bewaken en in plaats van een proficiat, kreeg ik deze ook hier niet. Al wat ze wist te zeggen was: “Wat ben jij hard geworden”. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.